DIS is me

Op deze pagina staan ervaringen van mensen met de diagnose dissociatieve identiteitsstoornis (DIS).

Kijk dit korte filmpje of lees dit artikel over DIS.


Ieders ervaring met DIS is anders, geen verhaal is hetzelfde.

Ook mensen met AGDS kunnen zich herkennen in deze ervaringen. Lees ook de Bijsluiter bij deze gebundelde ervaringen.

Uit welke gedachte put jij kracht of moed?

Hieronder lees je de antwoorden die het vaakst op bovenstaande vraag gegeven werden, met daaronder een samenvatting van de verklaringen en toelichtingen.


‘Ik ben niet meer alleen nu, er zijn anderen.'

    • Er zijn mensen om mij heen die mij nodig hebben.
    • Ik ben niet de enige die hiermee worstelt.
    • Ik ben waardevol voor mijn gezin.
    • Mijn therapeut is er voor mij en heeft er alle vertrouwen in.
    • Mijn huisdieren houden van mij.
    • Ik heb steun aan mijn geloof.
    • Er zijn mensen die van me houden zoals ik ben.
    • Ik wil herstellen om voor mijn kinderen te kunnen blijven zorgen. Ik wil er voor hen zijn.
    • Mijn ervaringen kan ik inzetten om anderen te helpen.


     ‘Mijn delen zijn ontstaan om mij te beschermen en helpen.’

    • Mijn delen hebben mij gered en daar ben ik dankbaar voor.
    • We (alle delen samen) zijn elkaar tot steun. 
    • Ook als ik het even niet weet, zijn er andere delen die het wel weten.


    ‘Ik doe ertoe.’

    • Ik ben het waard, ik ben onschuldig.
    • Ik heb een eigen keuze.
    • Niks moet meer, maar alles mag nu.
    • Ik doe het heel goed.


    ‘Soms helpen relativerende gedachten me om moed te vatten.’

    • Het ergste is geweest.
    • Blijven ademen, morgen is vast beter.
    • Ik zal ook hier doorheen komen.
    • Er is nog zoveel meer voor mij in dit leven.
    • Op dit moment voel ik dit, maar ook dit gevoel gaat weer voorbij.
    • Het komt goed, al voelt het nu niet zo.
    • In het heden gebeuren er ook fijne dingen en daar probeer ik mij op te focussen. 
    • Ik ben al zover gekomen.
    • Ik ga de uitdaging aan, ook als ik het eng vind. (Do it afraid. Nederlands: doe het, met angst.)


    ‘Ik vind het nu nog lastig om ergens moed uit te putten.’

    • Soms zeg ik hoopvolle dingen tegen mezelf, maar ik geloof het nog niet.
    • Ik hoop ooit helpende gedachten te hebben waar ik moed uit kan halen.
    • Het is nu nog overleven, maar daar hoop ik stap voor stap uit te komen.


    Wat voor de een helpend is, is dat voor een ander helemaal niet. Welke gedachte moed geeft, is voor iedereen anders en kan bovendien verschillen van moment tot moment. Voel je daarom vrij om alleen de gedachten die jou zouden kunnen helpen mee te nemen.



    >> Lees hier een selectie van de antwoorden <<

    "Uit welke gedachte put jij kracht of moed?"

    “Mijn behandelaar heeft er alle vertrouwen in en dat geeft mij ook kracht. Soms voelt het zo leeg en zo eenzaam, dat ik bang ben dat dit altijd zo blijft. Als zelfs de kleine dingen al niet meer fijn voelen om te doen en er zoveel discussie over is, wat dan nog wel? In die 'hopeloze' situaties helpt het om aan haar vertrouwen te denken.”


    - iemand met DIS

    “Van een vriendin kreeg ik een kaartje met de tekst “You are healing”. Daar put ik kracht uit als ik mij eenzaam voel, of als de dag onoverkomelijk grauw en hobbelig voelt. Ik ben in het proces van beter worden en ga stap voor stap het dal uit. Het ergste is voorbij.”


    - iemand met DIS

    “Ik probeer zoveel mogelijk te leven in de kleine mooie momenten. Als ik vooruit of achteruit kijk zakt de moed mij in de schoenen. Als ik denk aan vandaag is het te overzien.”


    - iemand met DIS

    “De gedachte dat het ooit weer iets rustiger wordt in mijn lijf en hoofd houdt mij op de been en helpt mij door de dag heen.”


    - iemand met DIS

    “Door te dragen wat voor mij niet te dragen was, hebben de delen mij geholpen met overleven. Het besef dat ze feitelijk dus zijn ontstaan vanuit liefde (voor mezelf) helpt mij op twee manieren. Enerzijds kan ik nu beter zorgen voor mijn delen omdat ik ze alles wil geven wat ze vroeger gemist hebben. Dat resulteert in meer rust. Anderzijds besef ik dat er in mij altijd al (zelf)liefde aanwezig was - er zat alleen veel trauma omheen. Ik ben nu zachter voor mezelf en heb meer zelfvertrouwen, want ik weet dat ik altijd mezelf heb en op mezelf kan rekenen.”


    - iemand met DIS

    “Er is een tijd geweest dat ik een fijn leven had. Ik had goed overleg intern en ik voelde mij een mooi, leuk mens. Mijn veelzijdigheid ervoer ik als iets positiefs en kleurrijks. Dit heb ik jaren gevoeld. Soms kan ik mij vasthouden aan de gedachte dat dat misschien weer terugkomt.”


    - iemand met DIS

    “Als ik veel tijd kwijt ben of weinig controle ervaar, word ik soms boos en machteloos. Het helpt mij om dan te bedenken dat mijn delen zijn ontstaan om mij te helpen. Het is dus niet alleen slecht dat ze er zijn. Ze hebben mij gered en daar ben ik dankbaar voor.”


    - iemand met DIS

    “Hoop doet leven. Een klein beetje hoop is soms al genoeg om weer even door te kunnen. Dat hoeft niet per se hoop te zijn die ik in mezelf vind, het kan ook de hoop zijn die ik zie in de blik van mijn behandelaar.”


    - iemand met DIS

    “Als ik niet kan praten, of als ik een periode heb met veel herbelevingen, dan helpt het mij om te bedenken dat ook dit weer voorbij gaat. Het maakt alles net even iets minder eng.”


    - iemand met DIS

    “De gedachte dat dingen kunnen herstellen - ondanks de tijd die dat kost - helpt mij om mezelf bij elkaar te rapen als het tegenzit. Ieder stukje dat is hersteld of geïntegreerd, helpt om door te gaan.”


    - mensen met DIS

    “Als ik te veel in moeilijkheden denk, dan helpt het mij om het in een groter geheel te zien. Ik denk er dan bijvoorbeeld aan dat iedereen wel onzekerheden of handicaps heeft.”


    - iemand met DIS