DIS is me

Op deze pagina staan ervaringen van mensen met de diagnose dissociatieve identiteitsstoornis (DIS).

Kijk dit korte filmpje of lees dit artikel over DIS.


Ieders ervaring met DIS is anders, geen verhaal is hetzelfde.

Ook mensen met AGDS kunnen zich herkennen in deze ervaringen. Lees ook de Bijsluiter bij deze gebundelde ervaringen.

Worden je naasten betrokken bij de behandeling en zo ja: wat levert het op?

Hieronder lees je de antwoorden die het vaakst op bovenstaande vraag gegeven werden, met daaronder een samenvatting van de verklaringen en toelichtingen.

 

‘Mijn naasten worden betrokken in de behandeling en dat levert me iets op.’

  • Als mijn therapeut bij een gesprek met naasten is, helpt ze me om in contact te blijven tijdens het gesprek. Daardoor kan ik gesprekken voeren die ik anders lastig vind. 
  • Ik vind het belangrijk om mijn partner erbij te betrekken. Daardoor blijven we in gesprek over de gelijkwaardigheid van onze relatie en de impact van de diagnose op onze relatie. 
  • De betrokkenheid van mijn naasten helpt om de communicatie te verbeteren.
  • Mijn gezin krijgt uitleg over wat DIS is en wat ik nodig heb. Tegelijkertijd is er ook ruimte voor hen om aan te geven wat zij nodig hebben en wat mijn diagnose voor hen betekent.
  • Ik vind het fijn dat mensen om mij heen meer begrijpen over mijn DIS.


‘Een deel van mijn naasten wordt (soms) betrokken bij mijn behandeling.’

  • Mijn partner is betrokken, maar de rest van mijn familie niet omdat ik me daarbij niet veilig voel. Mijn psycholoog helpt mij hierin mijn grenzen te bewaken. 
  • Binnen de woonbegeleiding kan ik mijn omgeving betrekken als ik dat wil en bij therapie kan mijn partner mee als dit nodig is. Dit gebeurt niet vaak, maar de mogelijk is er.
  • Mijn omgeving wordt nu vooral betrokken bij crisis. Ik probeer nu om mijn naasten buiten de crisismomenten te betrekken, zodat ik hen zelf kan uitleggen wat mij op zo’n moment kan helpen.


‘Mijn omgeving wordt niet betrokken in mijn behandeling, hoewel ik dat zelf wel zou willen.’

  • Mijn naaste heeft aangegeven dat mijn DIS iets van mijzelf is en wil daarom niet betrokken worden. 
  • Ik heb geen mensen die om me heen staan, dus ik zou niet weten aan wie ik zou moeten vragen om betrokken te zijn.
  • Ik zou mijn naasten wel willen betrekken, maar dat is onmogelijk. Mijn omgeving gelooft (pijnlijk genoeg) niet dat ik DIS heb.


‘Mijn omgeving wordt niet betrokken in mijn behandeling omdat ik dat zelf niet wil.’

  • Ik heb nog niet geaccepteerd dat ik DIS heb en wil dit dus ook nog niet met anderen delen.
  • Ik ben bang voor wat mijn omgeving over me zouden denken. Ik wil niet dat mensen anders naar me gaan kijken.
  • Op dit moment ben ik er nog niet klaar voor om mijn omgeving te betrekken bij mijn behandeling, maar de mogelijkheid is er wel als ik dit zelf wil.
  • Ik wil niet dat anderen zich zorgen maken en worden belast, dus ik doe het liever alleen.




>> Lees hier een selectie van de antwoorden <<

"Worden of werden je naasten betrokken bij de behandeling?"

“Ik wil niet dat mijn naasten betrokken worden, want het komt me te dichtbij. Ik heb nog teveel behoefte aan gescheiden compartimenten omdat ik bang ben dat ik anders in het dagelijks leven niet meer kan functioneren.”



- iemand met DIS

“Op mijn verzoek hebben mijn partner en ik af en toe systeemgesprekken. Daarnaast sluit hij aan als ik dat nodig vind of als hij dit zelf wil.”


- iemand met DIS

“In het begin konden mijn partner en kinderen een aantal keren terecht bij een gezinstherapeut van dezelfde organisatie. Ze kregen informatie over DIS en hoe dat je leven kan beïnvloeden. Ik vind het prettig dat ze op de hoogte zijn zodat ze misschien een beetje kunnen begrijpen wat ik heb, maar ook hoe lang de weg naar herstel kan zijn. Mijn partner is soms ook met mij mee geweest naar therapie.”


- iemand met DIS

“Ik heb ervoor gekozen om de therapie alleen te doen. Mijn partner mocht wel altijd bellen met mijn therapeut als er iets was, of als hij iets wilde vragen.”


- iemand met DIS

“Mijn naasten worden nu niet betrokken, maar ik weet ook niet of ik dat wel zou willen. Ik ben bang dat mijn naasten het raar en eng vinden en zich geen houding weten te geven waardoor er een afstand tussen ons zou ontstaan.”


- iemand met DIS

“Ik vind het fijn dat mijn naasten soms meegaan naar therapie omdat er daardoor meer begrip is. Dan hoef ik niet zo de schijn op te houden als het niet goed gaat.”


- iemand met DIS

“Mijn naasten worden niet betrokken bij de behandeling. Ik heb zelf nog niet geaccepteerd dat ik DIS heb, dus het is moeilijk om dat met anderen te delen.”


- iemand met DIS

“Ik vind het lastig om mijn naasten te betrekken dus ik doe dat eigenlijk zo min mogelijk, tenzij het echt belangrijk is. Maar ik heb liever gewoon zelf therapie dan met naasten.”


- iemand met DIS

“Mijn naaste wordt enigszins betrokken bij de behandeling. Dat helpt omdat het de mogelijkheid biedt om gesprekken te voeren die we anders moeilijk kunnen voeren omdat ik bijvoorbeeld uit contact schiet bij een bepaald onderwerp. Het helpt ook om in gesprek te blijven over de gelijkwaardigheid van de relatie en de impact van de DIS op onze relatie.”


- iemand met DIS

“Ik zou niet willen dat mijn naasten betrokken worden bij mijn behandeling omdat ik het zelf wil oplossen en ik niet wil dat mensen anders naar mij gaan kijken of zich zorgen om mij gaan maken.”


- iemand met DIS